“Elkaar inspireren”

Europese projecten meerwaarde voor de gehandicaptensector
Wat veel mensen niet weten is dat ADO Icarus niet alleen betrokken is bij alle ontwikkelingen in de gehandicaptensector in België, maar ook regelmatig deelneemt aan grote Europese projecten. Zoals bijvoorbeeld het project ‘User-driven social enterprises’, dat recent afgelopen is en waarvan onze organisatie zelfs de coördinatie deed.
Verantwoordelijke binnen de organisatie is Jaak Geurts. En ook een aantal van onze cliënten hebben een actieve rol gespeeld. Wij hadden een interview met projectleider Jaak Geurts en met Maarten Carmans en Chris Iemants, twee van de vier cliënten die nauw betrokken waren (de andere twee cliënten zijn Stefanie Klaps en Anneleen Cornil, n.v.d.r.)
Wat houdt dit laatste project juist in?
Maarten: “De doelstelling van elk Europees project is om personen met een beperking over de landsgrenzen heen te laten kijken. Om kennis te maken met de manier waarop mensen met een beperking in andere landen ondersteund worden en om te leren van elkaars goede voorbeelden. Tijdens dit project werden drie trainingen gegeven rond hoe personen met een beperking hun eigen leven en ondersteuning in handen kunnen nemen. Maar we leerden hun ook hoe ze mee verantwoordelijkheid kunnen nemen in dienstverlenende organisaties.”
Jaak: “Dit was een grootschalig project dat twee jaar duurde en waarvan ADO Icarus coördinator was. De opleidingen en workshops organiseerden we samen met twee universiteiten, één uit Spanje en één uit Polen. Er namen gebruikersorganisaties deel uit Engeland, Turkije en Bulgarije. En wij natuurlijk. Ieder ontving op zijn beurt de andere delegaties en toonde hen enkele relevante goede praktijkvoorbeelden.
Waarom nam je als persoon met een beperking deel aan dit project?
Chris: “Ik moet daar niet flauw over doen, ik ga graag op stap. Maar het was niet mijn eerste participatie aan een project. Het leven van mensen met een beperking en alles daarrond interesseert mij wel.”
Maarten: “Ook ik reis heel graag. Ik beschouw het als een unieke kans om te zien hoe mensen met een beperking leven in andere landen.”
Wat is hetgeen dat jou het hardst heeft verrast tijdens je bezoeken aan al die landen en tijdens de vele gesprekken?
Chris: “De grote verschillen tussen de deelnemende landen. Het lijkt me zelfs dat binnen de deelnemende delegaties gelijkwaardigheid nog niet overal is doorgedrongen.”
Heb je het gevoel dat soortgelijke projecten een verschil maken voor personen met een beperking?
Maarten: “Het is ongelofelijk wat je met dergelijke projecten kunt bereiken. Zo hebben we bijvoorbeeld het persoonlijke assistentiebudget kunnen laten opstarten in Bulgarije.”
Chris: “Ik hoop dat alle deelnemers iets van dit project onthouden en ook actief participeren binnen de organisaties van personen met een handicap. Je ziet ook wel dat in de andere landen één en ander gebeurt. Jammer genoeg is in sommige landen, waar de regelgeving op een andere manier werkt, veel afhankelijk van de lokale inzet en creativiteit.”
Wat gebeurt er met alle informatie die tijdens de verschillende bezoeken is uitgewisseld?
Jaak: Vorig jaar ben ik begonnen aan het uitschrijven van het projecthandboek, het voornaamste resultaat en ‘product’ van het project. Ik werd daarbij ondersteund door onze cliënte Anneleen Cornil. Het handboek telt intussen meer dan 120 pagina’s en is vertaald naar de vijf talen van de projectpartners. Dat handboek zal gedrukt en ruim verspreid worden en is ook terug te vinden op de website van het project (ww.udseproject.org, n.v.d.r.).”







